Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [15]Hoewel onze ongerechtigheden tegen ons [16]getuigen, o HEERE! [17]doe [het] om Uws Naams wil; want onze afkeringen zijn [18]menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd. 15. Of, dewijl, zekerlijk. 16. Vergelijk Jes.59:12; Hos.5:5, en Hos.7:10. 17. Alsof de profeet zeide: Staan onze zonden U in den weg, dat Gij ons gene weldadigheid kunt bewijzen, zo neem en vind de oorzaak in Uzelven en doe het om uws dierbaren naams wil, opdat uw ondoorgrondelijke barmhartigheid en lankmoedigheid bij de vromen genoemd en uw naam van de vijanden niet gelasterd worde. Dit is des profeten voorbede voor het volk. 18. Of, groot.